Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • l’équipe (f) = het team
  • la victoire = de overwinning
  • le champion, la championne = de kampioen
  • le stade = het stadion
  • la balle (de tennis) = de (tennis)bal
  • le ballon (de foot) = de (voet)bal
  • l’arbitre (m / f) = de scheidsrechter
  • faire du vélo = fietsen
  • nager = zwemmen
  • perdre = verliezen
  • battre = verslaan
  • la finale = de finale
  • le tournoi = het toernooi
  • l’entraineur (m) = de trainer
  • les loisirs (m pl) = de vrijetijdsbesteding
  • le jeu de société = het gezelschapsspel
  • bricoler = knutselen
  • la passion = de passie
  • jouer de la musique = muziek spelen
  • créatif, créative = creatief