l’histoire (f) elle voit (voir) bizarre
ne … personne décider le personnage principal
le danger mauvais recommander
amusant la vie l’amitié (f)
possible, impossible le placard il entend (entendre)
le bruit l’accident (m) grave
la fin aucun
vreemd zij ziet (zien) het verhaal
de hoofdpersoon beslissen niemand
aanraden slecht het gevaar
de vriendschap het leven grappig
hij hoort (horen) de kast mogelijk, onmogelijk
ernstig het ongeluk het geluid
geen enkel het einde