marcher pâle le médecin
tout de suite partout le pansement
guérir le muscle soulager
saigner le flacon prescrire
vomir la pommade l’ordonnance (f)
la piqure d’insecte le médicament le mal de gorge
le coup de soleil l’infection (f)
de dokter bleek lopen
de pleister Overal meteen
verlichten de spier genezen
voorschrijven het flesje bloeden
het recept het zalfje overgeven
de keelpijn het medicijn de insectenbeet
de infectie de zonnesteek