Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • nul, nulle = waardeloos
  • sélectionner = selecteren
  • la réunion = de vergadering
  • avoir raison = gelijk hebben
  • la discussion = de discussie
  • discuter = discussiëren
  • arrogant = arrogant
  • dire du mal de quelqu’un = roddelen over iemand
  • c’est évident = dat is duidelijk
  • énerver = irriteren
  • laisse tomber = laat zitten
  • tous les deux = allebei
  • patient, impatient = geduldig, ongeduldig
  • sociable = sociaal
  • en ce moment = op dit moment
  • tu dois (devoir) = jij moet (moeten)
  • former = vormen
  • je sais (savoir) = ik weet (weten)
  • faible = zwak
  • fort = sterk