Frans : Nederlands dépêche-toi = haast je changer = overstappen descendre = uitstappen, naar beneden gaan de rien = geen dank bonne journée = fijne dag le billet = het kaartje la carte bancaire = de bankpas vite = snel monter = instappen, naar boven gaan la ligne = de lijn la destination = de bestemming bonne idée = goed idee entrer = binnengaan le plan = de plattegrond direct = rechtstreeks payer = betalen