oui non le garçon
la fille l’amie (f) comment ?
ça va bien le prénom tu t’appelles
ça va ? merci présenter
moi ? au revoir à plus
chouette qui ? nouveau / nouvelle
là-bas regarde ! (regarder)
de jongen nee ja
hoe? de vriendin het meisje
jij heet de voornaam het gaat goed
voorstellen bedankt hoe gaat het?
tot later tot ziens ik?
nieuw wie? leuk
kijk! (kijken naar) daar(ginds)