l’arrêt de bus (m) la voiture le centre-ville
le magasin ouvert (ouvrir) le supermarché
la plage la circulation ne (…) pas
en face de intéressant le coin
au-dessus de monter notre
il faut la chose chercher
passer dommage
het stadscentrum de auto de bushalte
de supermarkt open (openen) / geopend (openen) de winkel
niet / geen het verkeer het strand
de hoek interessant tegenover
onze naar boven gaan boven
zoeken het ding je moet / het is nodig
jammer doorbrengen