Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • la fenêtre = het raam
  • c’est vrai = dat is waar
  • la prise électrique = het stopcontact
  • pratique = praktisch
  • la place = de plaats
  • moche = lelijk
  • puis = daarna / vervolgens
  • troisième = derde
  • contre = tegen
  • le mur = de muur
  • c’est ça = dat klopt
  • exactement = precies
  • on met (mettre) = wij zetten (zetten) / men zet (zetten)
  • le bureau = het bureau
  • moderne = modern
  • le fauteuil = de leunstoel
  • clair = helder / licht
  • tant pis ! = pech gehad!
  • pour = voor / om te
  • beau / belle = mooi