Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • le bonbon = het snoepje
  • l’eau minérale (f) = het (mineraal)water
  • la semaine = de week
  • le vélo = de fiets
  • déjà = al
  • chaud = warm
  • à midi = om twaalf uur 's middags
  • différent = anders
  • la salade = de salade
  • je crois (croire) = ik geloof (geloven)
  • je dois (devoir) = ik moet (moeten)
  • l’été (m) = de zomer
  • vite = snel
  • facile = makkelijk
  • l’huile (f) = de olie
  • le sel = het zout
  • le poivre = de peper
  • couper = snijden
  • mélanger = mengen
  • ajouter = toevoegen