le rêve puis l'opportunité (f)
étranger, étrangère il / elle me manque loin
la famille d'accueil se faire des amis se débrouiller
de mieux en meiux honnêtement l'emploi du temps (m)
chargé tous les quinze jours comme
les frais (m pl) l'hébergement (m) l'avenir (m)
suffisant la persévérance
de kans vervolgens de droom
ver ik mis hem / ik mis haar buitenlands
zich redden vrienden maken het gastgezin
het rooster eerlijk gezegd steeds beter
omdat (aan het begin van een zin) één keer in de twee weken vol, druk
de toekomst het onderkomen de kosten
het doorzettingsvermogen voldoende