Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • louer = huren
  • le mobil home = de stacaravan
  • faire du camping / camping, faire du ~ = kamperen
  • l'étranger m = het buitenland
  • passer = doorbrengen, voorbijgaan
  • la fois = de keer
  • presque = bijna
  • quinze jours = twee weken (vijftien dagen)
  • le port = de haven
  • se promener = wandelen
  • la randonnée = de wandeltocht
  • surfen = faire du surf
  • même = zelfs
  • het voordeel = l'avantage m
  • embêter = hinderen, lastig vallen
  • car = want