Frans : Nederlands poser une question = een vraag stellen expliquer = uitleggen le geste = het gebaar le panneau = het bord parfait = perfect mal = slecht la visite = het bezoek plutôt = liever la spécialité = de specialiteit comme = zoals environ = ongeveer ensuite = vervolgens un petit peu = een klein beetje continuer = doorgaan bête = stom vous comprenez ? = begrijpt u?