Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • le village = het dorp
  • le magasin = de winkel
  • la boulangerie = de bakker
  • la boucherie = de slager
  • la ferme = de boerderij
  • le centre-ville = het centrum (van de stad)
  • la voiture = de auto
  • la station de métro = de metrohalte
  • l’arrêt de bus (m) = de bushalte
  • à pied = te voet / lopend
  • le centre commercial = het winkelcentrum
  • faire du shopping = winkelen
  • le supermarché = de supermarkt
  • l’immeuble (m) = het flatgebouw
  • l’ascenseur = de lift