Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • la tête = het hoofd
  • l'œil (m), les yeux = het oog, de ogen
  • le rhume = de verkoudheid
  • l'oreille (f) = het oor
  • le nez = de neus
  • la langue = de tong
  • les dents (f pl) = de tanden
  • le dos = de rug
  • le ventre = de buik
  • le nombril = de navel
  • les fesses (f pl) = de billen
  • le poignet = de pols
  • l'hôpital (m) = het ziekenhuis
  • la fracture = de breuk
  • la cheville = de enkel
  • le doigt = de vinger
  • l'orteil (m) = de teen
  • se soigner = voor zichzelf zorgen
  • terrible = verschrikkelijk
  • les urgences (f pl) = de spoedeisende hulp
  • le dentiste = de tandarts
  • l’orthodontiste (m/f) = de orthodontist
  • bouger = bewegen
  • le conseil = de raad
  • ça gratte = het jeukt