Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • le calendrier = de kalender
  • janvier = januari
  • février = februari
  • mars = maart
  • avril = april
  • mai = mei
  • juin = juni
  • juillet = juli
  • aout = augustus
  • septembre = september
  • octobre = oktober
  • novembre = november
  • décembre = december
  • la saison = het seizoen
  • le printemps = het voorjaar
  • l’été (m) = de zomer
  • l’automne (m) = de herfst
  • l’hiver (m) = de winter
  • le réveillon = de avond voor het feest
  • la fête = het feest, de naamdag
  • religieux, religieuse = religieus
  • chrétien, chrétienne = christelijk
  • juif, juive = joods
  • musulman = islamitisch
  • célébrer = vieren