Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • civil = burgerlijk
  • d'origine = van oorsprong
  • Nieuwjaar = le nouvel an
  • s'embrasser = elkaar zoenen
  • le vœu = de wens (aan iemand anders)
  • souhaiter = wensen
  • la galette = de taart, de koek
  • le roi = de koning
  • la reine = de koningin
  • Pâques = Pasen
  • le travail = het werk
  • la tradition = de traditie
  • le muguet = het lelietje-van-dalen
  • le jour férié = de feestdag
  • le jour de congé = de vrije dag
  • le feu d’artifice = het vuurwerk
  • le défilé = de optocht
  • la victime = het slachtoffer
  • Noël = Kerst
  • le sapin = de kerstboom
  • la soirée = de avond
  • soudain = plotseling
  • le coup = de klap, bonk
  • les sucreries (f pl) = het snoepgoed
  • déballer = uitpakken