Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • déménager = verhuizen
  • la langue maternelle = de moedertaal
  • la langue étrangère = de buitenlandse taal
  • la compréhension = het begrip
  • l'étranger (m) = het buitenland
  • francophone = Franstalig
  • la nationalité = de nationaliteit
  • parler couramment = vloeiend spreken
  • la communication = de communicatie
  • apprendre = leren
  • mondial(e) = wereld
  • international(e) = internationaal
  • européen / européenne = Europees
  • l'échange (m) = de uitwisseling
  • la profession = het beroep
  • la filière = het profiel
  • choisir = kiezen
  • l'option (f) = het keuzevak
  • le bac = het eindexamen
  • les études (f pl) = de studie
  • faire des études = studeren
  • la formation = de opleiding
  • l'entreprise (f) = de onderneming
  • l'économie (f) = de economie
  • le commerce = de handel