hebben hele ww, 3e groep onregelmatig
zeggen hele ww, 3e groep onregelmatig
J'ai de l'argent
Ik heb geld tt, ik-vorm, 3e groep
Vous avez le temps
U heeft tijd tt, u-vorm, 3e groep
Tu as deux enfants
Jij hebt twee kinderen tt, jij-vorm, 3e groep
Il a beaucoup de problèmes
Hij heeft veel problemen tt, hij / zij-vorm, 3e groep
Nous avons beaucoup d'espace
Wij hebben veel ruimte tt, wij-vorm, 3e groep
Ils ont une belle maison
Zij hebben een mooi huis tt, zij / hen-vorm, 3e groep
Je ne dis rien
Ik zeg niks tt, ik-vorm, 3e groep
Tu dis ça d'elle
Jij zegt dat over haar tt, jij-vorm, 3e groep
Vous dites que les choses poli
U zegt alleen maar beleefde dingen tt, u-vorm, 3e groep
Elle dit des choses très étranges
Zij zegt hele rare dingen tt, hij / zij-vorm, 3e groep
Nous ne dirons rien à ce sujet
Wij zeggen hier niks over tt, wij-vorm, 3e groep
Ils en disent beaucoup
Zij zeggen veel tt, zij / hen-vorm, 3e groep