eu bu connu
été fallu
lu plu pu
reçu su tenu
vu voulu appris
assis compris mis
permis pris promis
ri dit écrit
fait découvert offert
ouvert mort
gekend gedronken gehad
gemoeten geweest gemoeten
gekund / gemogen geregend / bevallen gelezen
gehouden geweten / gekund ontvangen
geleerd gewild gezien
gezet / gelegd begrepen gezeten
beloofd genomen toegestaan
geschreven gezegd gelachen
aangeboden ontdekt gedaan / gemaakt
gestorven geboren geopend