Frans : Nederlands car = want parce que = omdat, want pourquoi = waarom puisque = doordat, aangezien surtout = vooral c'est pourquoi = het is daarom… donc = dus enfin = Ten slotte bref = kortom alors = dus, dan ainsi = op die manier, zo finalement = ten slotte en résumé = samenvattend par conséquent = als gevolg, dan ook de toute façon = in ieder geval d'abord = ten eerste ensuite = vervolgens, daarna puis = overigens en outre = bovendien de même = eveneens également = eveneens, ook de plus = bovendien en premier lieu = in de eerste plaats en dernier lieu = in de laatste plaats finalement = tenslotte au contraire = integendeel cependant = echter toutefois = echter, evenwel pourtant = echter, toch par contre = integendeel, daarentegen contrairement à = in tegenstelling tot en revanche = daarentegen mais = maar malgré = ondanks néanmoins = niettemin, toch tandis que / alors que / pendant que = terwijl lorsque = als - wanneer