- Frans Nederlands
- exagérer = overdrijven
- la gorge = de keel
- respirer = ademen
- le sirop = het drankje
- la pastille = het tabletje
- j'en ai marre = ik heb er genoeg van
- longtemps = lang
- le téléski = de skilift
- restez debout = blijf recht op staan
- perdre = kwijtraken
- se passer = gebeuren
- heurter = in botsing komen
- le dos = de rug
- bouger = bewegen
- la pommade = de zalf
- un sparadrap = een pleister
- protéger = beschermen
- rapidement = snel
- le visage = het gezicht
- l'épaule = de schouder
- la lèvre = de lip
- les pompiers = de brandweer
- dommage = jammer
- le moniteur de ski = de skileraar