Frans : Nederlands grâce à = dankzij avoir envie de = zin hebben om Quelle chance! = Wat een geluk! obtenir = krijgen plaisanter = gekheid maken célèbre = beroemd capricieux = wispelturig vibrer = trillen être impressionné = onder de indruk zijn doué = begaafd la scripte = de regieassistente le bruit = het lawaai entendre = horen ne quittez pas! = blijf aan de lijn! rigolo = grappig un avis = een mening le son = het geluid démarrer = starten comparer = vergelijken se plaindre = zich beklagen le conte = het sprookje le loup = de wolf le tournage du film = het draaien van een film méfiant = argwanend se soumettre = zich onderwerpen un animal sauvage = een wild dier une indication = een aanwijzing au loin = in de verte il faut = men moet la confiance = het vertrouwen récompenser = belonen décrire = beschrijven regretter = spijten le dentiste = de tandarts un instant = een ogenblikje la poche = de zak commander = bestellen à l'est = in het oosten la cigogne = de ooievaar attirer = aantrekken la construction = de bouw la cave = de kelder battre un record = een record breken tellement = zo