NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
Malmberg
D'accord3
1vwo
1vwo-H2-FN
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
le lieu de naissance
=
de geboorteplaats
domicile actuel
=
huidige woonplaats
l’animal
=
het dier
les animaux
=
de dieren
une tortue
=
een schildpad
un immeuble
=
een flatgebouw / een flat
la boulangerie
=
de bakkerswinkel / de bakkerij / de bakker
le pain
=
het brood
l’épicerie
=
de kruidenierswinkel / de kruidenier
le vin
=
de wijn
la fleuriste
=
de bloemenwinkel / de bloemist / de bloemiste
la chambre
=
de kamer / de slaapkamer
chez Clarisse
=
bij Clarisse thuis / bij Clarisse
sympa / sympathique
=
aardig / leuk / sympathiek / vriendelijk
Qu’est-ce que
=
Wat
rose
=
roze
violet
=
paars
orange
=
oranje
vert
=
groen
le lit
=
het bed
un ours
=
een beer
toujours
=
altijd
Arrête!
=
Stop! / Houd op!
mon clip préféré
=
mijn lievelingsclip
Ce n’est pas mon truc!
=
Dat is niks voor mij!
comme
=
zoals / als
il va
=
hij gaat
au premier étage
=
naar de eerste verdieping / op de eerste verdieping
une rose rouge
=
een rode roos
elle joue
=
zij speelt
contre
=
tegen
la fenêtre
=
het raam
sauter
=
springen
une pièce
=
een vertrek / een kamer
un écran
=
een scherm / een beeldscherm
autre
=
ander
magnifique
=
geweldig / prachtig / magnifiek
viens vite
=
kom snel / kom vlug / kom gauw
pendant
=
tijdens / gedurende
D’accord?
=
Oké? / Akkoord? / Goed?
réponds-moi
=
antwoord mij / antwoord me
le rez-de-chaussée
=
de benedenverdieping / de begane grond
le bureau
=
de werkkamer / de studeerkamer
un séjour
=
een woonkamer
une salle à manger
=
een eetkamer
jaune
=
geel
une chaise
=
een stoel
une armoire
=
een kast
noir
=
zwart
blanc
=
wit
Pourquoi?
=
Waarom?
les voisins
=
de buren
un chat gris
=
een grijze kat