Frans : Nederlands la frontière = de grens la direction = de richting plonger = duiken les frais = de kosten franchement = eerlijk gezegd la différence = het verschil bizarre = eigenaardig la poubelle = de vuilnisbak un bisou = een kusje promettre = beloven faire le tour = een rondreis maken un emploi = een baan l’expérience = de ervaring l’entreprise = de onderneming le spectacle = de voorstelling l’atelier = de workshop enregistrer = inchecken à partir de = vanaf le quai = het perron espérer = hopen faire la queue = in de rij staan échanger = wisselen avantageux = voordelig reprendre = terugnemen l’embarquement = het instappen