NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
Malmberg
D'accord3
2vmbo-gth
2vmbo-gth-H3-NF-expressions
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
Qui est-ce? / C’est qui?
=
Wie is dat?
C’est Olivier.
=
Dat is Olivier.
C’est mon oncle.
=
Dat is mijn oom.
Qu’est-ce que c’est? / C’est quoi?
=
Wat is dat?
C’est un coffret de DVD.
=
Dat is een dvd-box.
C’est une invitation.
=
Dat is een uitnodiging.
Tu peux venir?
=
Kun je komen?
Vous pouvez venir?
=
Kunnen jullie komen? / Kunt u komen?
Merci pour l’invitation.
=
Bedankt voor de uitnodiging.
Oui, bien sûr. Je viens.
=
Ja, natuurlijk. Ik kom.
Oui, nous venons.
=
Ja, wij komen.
Oui, d’accord.
=
Ja, afgesproken.
Oui, volontiers.
=
Ja, graag.
Non, je ne peux pas venir.
=
Nee, ik kan niet komen.
Non, nous ne pouvons pas venir.
=
Nee, wij kunnen niet komen.
Non, je regrette.
=
Nee, het spijt me.
Désolé, je ne peux pas venir.
=
Het spijt me erg, ik kan niet komen.
C’est un truc pour couper.
=
Een ding waarmee je kunt snijden.
C’est un truc pour couper, un couteau.
=
Een ding waarmee je kunt snijden, een mes.
C’est quelque chose de bon qu’on mange à un anniversaire.
=
Iets lekkers om te eten op een verjaardag.
C’est quelque chose de bon qu’on mange à un anniversaire, un gâteau.
=
Iets lekkers om te eten op een verjaardag, een taart.
C’est un grand animal gris avec un long nez.
=
Een groot grijs dier met een lange neus.
C’est un grand animal gris avec un long nez, un éléphant.
=
Een groot grijs dier met een lange neus, een olifant.
C’est une personne qui chante bien.
=
Een persoon die goed zingt.
C’est une personne qui chante bien, un chanteur.
=
Een persoon die goed zingt, een zanger.
C’est une personne qui chante bien, une chanteuse.
=
Een persoon die goed zingt, een zangeres.
Ça commence à quelle heure?
=
Hoe laat begint het?
Ça finit à quelle heure?
=
Hoe laat eindigt het?
Ça commence à huit heures.
=
Het begint om acht uur.
Ça finit à onze heures.
=
Het eindigt om elf uur.
Le match commence à 15 heures et il finit à 16 heures 45.
=
De wedstrijd begint om 15 uur en eindigt om 16 uur 45.
Le cours est de trois à quatre heures.
=
De les is van drie tot vier uur.
Le restaurant est ouvert à partir de six heures jusqu’à dix heures.
=
Het restaurant is geopend vanaf zes uur tot tien uur.