la forêt la côte autrefois
une île un verre l’enseignement
interdit croire porter
presque jamais la ferme l’agriculteur
vivre depuis le couple
un âne surmonter un adulte
confirmer tranquille le yaourt
l’avenir l’ambiance d’abord
les cheveux roux les yeux bleu clair recevoir
s’occuper de le renseignement un emplacement
vroeger de kust het bos
het onderwijs een glas een eiland
dragen geloven verboden
de boer, de landbouwer de boerderij bijna nooit
het (echt)paar sinds wonen, leven
een volwassene overwinnen een ezel
de yoghurt rustig bevestigen
eerst de gezelligheid de toekomst
ontvangen lichtblauwe ogen rood haar
een plaats (op camping) de inlichting zich bezighouden met
l’écrivain l’écrivaine pleurer
le mariage autour du monde de temps en temps
la liberté joyeux la secrétaire
le cuisinier châtain les lunettes
hélas drôle comme
gourmand la tache de rousseur la tache
la réunion de famille finalement puis
quand même divorcer dommage
pourtant le permis de conduire la campagne
huilen de schrijfster de schrijver
zo nu en dan om de wereld het huwelijk
de secretaresse vrolijk de vrijheid
de bril kastanjebruin de kok
net als grappig helaas
de vlek de sproet gulzig
daarna ten slotte, uiteindelijk de familiereünie
jammer scheiden toch
het platteland het rijbewijs echter, toch