NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
Malmberg
D'accord3
4havo
4havo-H3-NF
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
proposer
=
aanbieden
la mise en forme
=
de conditietraining
la date de naissance
=
de geboortedatum
le lieu de naissance
=
de geboorteplaats
le tapis de course
=
de loopband
la musculation
=
de spiertraining
l’entraîneur
=
de trainer
prendre un rendez-vous / prendre rendez-vous / fixer rendez-vous
=
een afspraak maken
faire du fitness
=
fitnessen
l’appareil
=
het apparaat
le job de vacances / le boulot de vacances
=
het vakantiebaantje
accueillir
=
ontvangen (een persoon) / ontvangen
avoir droit à
=
recht hebben op
épeler
=
spellen
améliorer
=
verbeteren
Vous êtes étudiant? / Êtes-vous étudiant?
=
Bent u student?
Combien de fois par semaine?
=
Hoe vaak per week?
Quel est votre poids?
=
Wat is uw gewicht?
Je mesure un mètre
=
Ik ben één meter
Je suis né le … à …
=
Ik ben geboren op … in…
Je vous conseille de
=
Ik raad u aan om
Je pèse … kilos.
=
Ik weeg ... kilo.
Pourriez-vous me conseiller? / Pouvez-vous me conseiller?
=
Kunt u mij advies geven?
Pourriez-vous m’aider? / Pouvez-vous m'aider?
=
Kunt u mij helpen?
Ça vous convient? / Ça vous va?
=
Schikt dat?
Quelle est votre taille?
=
Wat is uw lengte?
Pourrais-je avoir vos coordonnées?
=
Zou ik uw gegevens mogen hebben?
recommander / conseiller
=
aanbevelen
indiquer
=
aangeven
adapter
=
aanpassen
complémentaire
=
aanvullend
le dépliant
=
de folder
le guide
=
de gids
l’altitude
=
de hoogte
les renseignements / les informations
=
de informatie
les cours de ski / les leçons de ski
=
de skilessen
la luge
=
de slee
l’équipement
=
de uitrusting
la sécurité
=
de veiligheid
la location
=
de verhuur
la vente
=
de verkoop
garantir
=
garanderen
louer
=
huren
découvrir
=
ontdekken
envoyer
=
sturen
nombreux
=
talrijk
avoir l’intention de
=
van plan zijn om
se trouver
=
zich bevinden