NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
Malmberg
D'accord3
4vwo
4vwo-H4-NF
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
se mettre à / commencer à
=
beginnen met
les vacances de la Toussaint
=
de herfstvakantie
donner un coup de main
=
een handje helpen
un texto
=
een sms
se souvenir de
=
zich herinneren
se déguiser
=
zich verkleden
comme sujet d’exposé
=
als onderwerp van je spreekbeurt
C’est trop court!
=
Dat is te kort!
faire un exposé sur …
=
een spreekbeurt houden over …
Tu as encore d’autres idées?
=
Heb je nog andere ideeën?
Je m’y mets tout de suite!
=
Ik begin er meteen aan!
Tu peux parler par exemple de
=
Je kunt het bijvoorbeeld hebben over …
Tu peux chercher sur internet.
=
Je kunt op internet zoeken.
Veux-tu que je te donne un coup de main?
=
Wil je dat ik je help?
assister à
=
bijwonen
une touche personnelle
=
een persoonlijke noot
anglo-saxon / anglo-saxonne
=
Engels
délicieux / délicieuse
=
heerlijk
la famille d’accueil
=
het gastgezin
le bénévolat
=
het vrijwilligerswerk
C’était amusant.
=
Het was leuk.
prêt / prête
=
klaar
de nos jours
=
tegenwoordig
se répandre
=
verspreiden
se trouver
=
zich bevinden
comme c’est la tradition
=
zoals de traditie voorschrijft
D’abord, je vais vous raconter quelque chose sur
=
Eerst ga ik jullie iets vertellen over
Après, je vais vous raconter quelque chose sur
=
Vervolgens ga ik jullie iets vertellen over …
À l’origine c’est une fête pour …
=
Oorspronkelijk is het een feest om …
rassembler
=
bij elkaar brengen
la gaieté
=
de vrolijkheid
la fertilité
=
de vruchtbaarheid
un maillot de bain / un maillot
=
een badpak
une programmation variée
=
een gevarieerd programma
passer du bon temps
=
een leuke tijd hebben
un moyen
=
een middel
commémorer
=
herdenken
le réveil
=
het ontwaken
l’éclosion
=
het uitkomen
l’arrivée des beaux jours
=
de komst van mooie dagen
le retour du printemps
=
de terugkeer van de lente
le radoucissement des températures
=
de verbetering van de temperatuur
Le soleil est de retour.
=
De zon is terug.
un petit tour à la plage
=
een tochtje naar het strand
des concerts ou des spectacles gratuits
=
gratis concerten of voorstellingen
Préparez-vous!
=
Maak jullie klaar!
marquer / se caractériser
=
zich kenmerken door