Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • la collection = de collectie
  • le prêt-à-porter = de confectiekleding
  • le défilé de mode = de modeshow
  • le créateur = de ontwerper / de ontwerpster
  • la teinte = de tint
  • la soie = de zijde
  • triangulaire = driehoekig
  • osé = gedurfd
  • rayé = gestreept
  • l’or = het goud
  • le cuir = het leer
  • le lin = het linnen
  • le mannequin = het model
  • l’inox = het roestvrije staal
  • l’argent = het zilver
  • rectangulaire = rechthoekig
  • oblique = scheef
  • carré = vierkant
  • C’est typique de = Dat is typisch voor
  • Ça a l’air bizarre. = Dat ziet er vreemd uit.
  • C’est très réussi. = Dit is erg geslaagd.
  • Comment dirais-je ? = Hoe zou ik het zeggen?
  • Vous êtes les bienvenus à = Jullie zijn welkom op
  • Selon moi / cela symbolise = Volgens mij symboliseert dat
  • Attends / je cherche le mot. = Wacht / ik zoek het woord.
  • Quelle idée ! = Wat een idee!
  • Que c’est beau ! = Wat is dat mooi!
  • un séisme = een aardbeving
  • il y a trois ans = drie jaar geleden
  • angoissant = beangstigend
  • pressé = gehaast
  • faire la queue = in de rij staan
  • en métropole = op het Franse vasteland
  • l’ambiance = de sfeer
  • un bijou = een sieraad
  • faire la grève = staken
  • méfiant = wantrouwend
  • métropolitain = uit het moederland
  • descendre en-dessous de = zakken onder (temperatuur)
  • s’être attaché à = zich hebben gehecht aan
  • se maquiller = zich opmaken
  • s’ennuyer = zich vervelen
  • se sentir = zich voelen
  • Tout nous convient ! = Alles bevalt ons!
  • Tout se passe bien. = Alles verloopt prima.
  • Tout ce que l’île a à offrir. = Alles wat het eiland te bieden heeft.
  • comme des poissons dans l’eau = als vissen in het water
  • Ce qui m’énerve en Martinique / c’est = Wat me irriteert op Martinique / dat is
  • Les Antillais sont des gens très gentils. = De Antillianen zijn erg aardige mensen.
  • Le niveau n’est pas le top du top. = Het niveau is niet geweldig.
  • On s’y habitue. = Je went eraan.