Frans : Nederlands chez nous = bij ons thuis apparemment = blijkbaar les soucis d’argent = de geldzorgen les moeurs = de zeden une dispute = een ruzie profiter de = genieten van normalement = gewoonlijk avoir un bon contact avec = (goed) contact hebben met dur = hard expliquer quelque chose à quelqu’un = iets aan iemand uitleggen renoncer = opgeven galérer = ploeteren faire des études = studeren (in het buitenland) se séparer = uit elkaar gaan avoir l’intention de = van plan zijn fêter = vieren s’habituer à = wennen aan s’inquiéter de = zich zorgen maken over Si l’on compare … avec … = Als je … en … met elkaar vergelijkt On constate que = Dan zie je dat Ça a vraiment l’air compliqué. = Dat ziet er echt ingewikkeld uit. Il y a peu de différences entre = Er zijn weinig verschillen tussen La différence la plus importante est = Het grootste verschil is Tu me manques ! = Ik mis je! Ne t’inquiète pas ! = Maak je geen zorgen! N’exagère pas ! = Overdrijf niet zo! Qu’est-ce que tu en penses ? = Wat denk jij daarvan? Nous avons l’habitude de = Wij hebben de gewoonte om te une famille monoparentale = een eenoudergezin se remarier = hertrouwen faire face à = het hoofd bieden aan sans cesse = onophoudelijk se côtoyer = met elkaar omgaan une famille recomposée = een samengesteld gezin divorcer = scheiden la belle-mère = de stiefmoeder / de schoonmoeder le beau-père = de stiefvader / de schoonvader la répartition = de verdeling comparable = vergelijkbaar être occasionné par = veroorzaakt worden door plein de = vol van/met / veel à propos de = wat betreft le bien-être = het welzijn se sentir à l’aise = zich op zijn gemak voelen quasiment = zo goed als Cela me stresse. = Daarvan raak ik gestrest. Une protection sociale = Een sociale bescherming Cela part d’un bon sentiment. = Het is goed bedoeld. Les relations étaient souvent conflictuelles. = Het waren vaak conflictrelaties. On découvre plein de choses. = Je ontdekt een hoop dingen. Pour pouvoir réussir notre vie = Om te slagen in ons leven Sous la responsabilité de = Onder de verantwoordelijkheid van Sous le même toit = Onder hetzelfde dak On nous met la pression. = Ze zetten ons onder druk.