Io non lo voglio
ik wil het niet
patatine fritte e una polpetta
frietjes en een gehaktbal
una casa che sta
een huis dat staat
un leone
een leeuw
andiamo a teatro
we gaan naar het theater
sono per l'energia verde
ik ben voor groene energie
è in piedi nel fango
hij staat in de modder
Lo amo ma a volte è molto fastidioso
ik hou van hem maar soms is hij heel irritant
abbiamo bisogno di altre cose
we hebben nog wat dingen nodig
non ti annoi con lei
met haar verveel je je niet
sono proprio come mio padre
ik ben net zoals mijn vader
no, non lo faccio
nee, dat doe ik niet
sì, lo farò
ja, dat doe ik wel
questo sono io
dit ben ik
questo sono io
dit ben ik
qui è dove sono cresciuto
hier ben ik opgegroeid
bene, questo è quello che intendo
goed, zo bedoel ik het ook
tutto è per me
alles is voor mij
lei vuole di più
ze wil meer
quando ci vediamo?
wanneer gaan we afspreken?
perché stiamo facendo questo?
waarom doen we dit?
ora è finita!
nu is het afgelopen!
dove ci incontriamo?
waar spreken we af?