Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • magnus = groot
  • causa (1) = reden
  • causa (2) = oorzaak
  • desiněre = ophouden
  • miles, militis = soldaat
  • iam = al
  • capěre i/e (1) = pakken
  • capěre i/e (2) = (in)nemen
  • eměre = kopen
  • novus = nieuw
  • pulcher, pulchra, pulchrum = mooi
  • bonus = goed
  • malus = slecht
  • potestas, potestatis (1) = macht
  • potestas, potestatis (2) = mogelijkheid
  • plebs, plebis = volk
  • contentus = tevreden
  • carus = dierbaar
  • Romanus (1) = Romein
  • Romanus (2) = Romeins
  • membrum = ledemaat
  • tribunus plebis = volkstribuun
  • civitas, civitatis = staat
  • iratus = boos