Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • fortis, fortis (1) = dapper
  • fortis, fortis (2) = sterk
  • infelix, infelicis = ongelukkig
  • tristis, tristis = droevig
  • immortalis, immortalis = onsterfelijk
  • audax, audacis (1) = moedig
  • audax, audacis (2) = overmoedig
  • ingens, ingentis = enorm
  • talis, talis (1) = zo'n
  • talis, talis (2) = zulke
  • felix, felicis = gelukkig
  • omnis, omnis (1) = ieder
  • omnis, omnis (2) = geheel
  • crudelis, crudelis = wreed
  • comprehenděre = vastpakken
  • amor, amoris = liefde
  • nescire = niet weten
  • debēre = moeten
  • libertas, libertatis = vrijheid
  • falsus = vals
  • clamor, clamoris = geschreeuw
  • ius, iuris (onz) = recht
  • ire = gaan
  • serva = slavin