Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • pax, pacis = vrede
  • donum = geschenk
  • castra, castrorum (mv rijtje bellum) = legerkamp
  • temptare = proberen
  • procul = ver (weg)
  • ambulare = wandelen
  • consuetudo, consuetudinis = gewoonte
  • dux, ducis = aanvoerder
  • cibus = voedsel
  • statim = meteen
  • ex(s)ilium = ballingschap
  • armatus = gewapend
  • ingenium (1) = aard
  • ingenium (2) = aanleg
  • ingenium (3) = talent
  • nobilis, nobilis = aanzienlijk
  • aspicěre i/e = kijken naar
  • custos, custodis = bewaker
  • proděre = verraden
  • noster, nostra, nostrum = onze
  • tergum = rug
  • imperator, imperatoris (1) = opperbevelhebber
  • imperator, imperatoris (2) = keizer