Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • dolor, doloris (1) = verdriet
  • dolor, doloris (2) = pijn
  • dimicare = vechten
  • idem/eadem/idem = dezelfde
  • provincia = provincie
  • is/ea/id (1) = hij, zij, het
  • is/ea/id (2) = deze, dit, die, dat
  • turpis, turpis = schandelijk
  • auxilia, auxiliorum = hulptroepen
  • beneficium = weldaad
  • ludus = spel
  • disceděre, descessi, discessus = weggaan
  • fama (1) = gerucht
  • fama (2) = reputatie
  • ullus, ullius = enig(e)
  • liberare = bevrijden
  • unus, unius (1) = één
  • unus, unius (2) = als enige
  • honor, honoris (1) = eer
  • honor, honoris (2) = ereambt
  • totus, totius = (ge)heel
  • nullus, nullius = geen
  • solus, solius = alleen
  • alius, alterius = (een) ander
  • alter, alterius (1) = de een
  • alter, alterius (2) = de ander (van twee)