usus sum
gebruiken pf
trans + acc.
over / aan de overkant van
profectus sum
vertrekken pf
regressus sum
terugkeren pf
reverti / regredi
terugkeren
questus sum
klagen / zich beklagen pf
acies 5
leger in slagorde
reverti / regredi
terugkeren
locutus sum
spreken pf
functus sum
verrichten pf
frui + abl.
genieten van
ratus sum
menen pf
passus sum
lijden / toestaan pf
pollicitus sum
beloven pf