Nederlands : Nederlands de achtergrond = 1 dat wat je achter iets ziet, bijvoorbeeld op je beeldscherm; 2 iemands afkomst, de voorgeschiedenis gunnen, iemand iets gunnen = fijn vinden dat een ander iets krijgt of van iets geniet lastig = 1 irritant, vervelend; 2 moeilijk de mogelijkheid = de kans relaxed = ontspannen het teken = figuur of ding om iets aan te duiden twijfelen = niet kunnen kiezen tussen twee dingen vanzelf = zonder hulp vertrouwen = geloven dat iemand eerlijk is in vervulling gaan = werkelijkheid worden, echt gebeuren voortdurend = de hele tijd, altijd zich verbonden voelen met = voelen dat je bij elkaar hoort accepteren = iets aanvaarden zoals het is diverse = allerlei, verschillende andere de ingrediƫnten = de delen waarvan je een recept maakt de kennis = 1 dat wat je weet; 2 iemand die je kent met regelmaat = regelmatig, met een vast ritme onbezorgd = zonder zorgen ontvangen = krijgen optimaal = op de beste manier uniek = enig in zijn soort, bijzonder de variant = andere vorm of manier, variatie verantwoordelijk = verplicht ervoor te zorgen dat alles goed gaat vriendschap sluiten = vrienden worden met iemand