Nederlands : Nederlands aanhoudend = voortdurend biologisch = 1 met betrekking tot de biologie; 2 zonder bestrijdingsmiddelen de concentratie = 1 gerichte aandacht; 2 hoeveelheid van een stof in een andere stof doorgaans = meestal, gewoonlijk het effect = gevolg van iets, uitwerking de essentie = het belangrijkste de futiliteit = kleinigheid, onbelangrijk detail zich hard maken voor = veel moeite doen voor, zich inzetten voor heilzaam = gezond (voor lichaam of geest) het immuunsysteem = afweersysteem van het lichaam tegen ziektes irritant = ergerlijk, hinderlijk krampachtig = met wanhopige inspanning het kroost = kinderen van iemand tot daar aan toe = een beetje te begrijpen de omschakeling = verandering, aanpassing aan een nieuwe situatie de organisatie = instelling, vereniging de overgang = verandering van de ene situatie in de andere pleiten voor = verdedigen, proberen te bereiken het verschijnsel = iets wat zich voordoet argeloos = onschuldig, naïef de consument = de koper desastreus = rampzalig de dosis = de hoeveelheid van een stof bij hoog en bij laag = met grote stelligheid, met grote beslistheid suggereren = voorstellen, een gedachte/idee opperen wervend = bedoeld om mensen over te halen