Nederlands : Nederlands het aanbod = producten die worden aangeboden aantrekkelijk = verleidelijk, aanlokkelijk het assortiment = alle verschillende soorten artikelen die in een winkel te koop zijn, de keuze buiten ... om = behalve, naast gevarieerd = afwisselend hectisch = heel erg druk en rommelig kennisnemen van = leren over, geïnformeerd worden over de levensstijl = manier waarop je leeft, bijvoorbeeld gezond in de nabijheid = in de buurt, dichtbij, in de nabijheid van naburig = in de buurt gelegen nuttigen = eten of drinken het overgewicht = het te zwaar zijn de rookwaar = wat je kunt roken, zoals sigaretten verantwoord = zonder risico’s, gezond, duurzaam het voedingspatroon = eetgewoontes voorhanden zijn = beschikbaar of voorradig zijn wijzen op = zorgen dat op iets gelet wordt abrupt = heel plotseling besmettelijk = gemakkelijk van de een op de ander overgaand isoleren = afzonderen, afsluiten van de omgeving medisch = te maken hebbend met de geneeskunde in een mum van tijd = heel snel origineel = niet van iemand overgenomen, erg bijzonder de poli = polikliniek, afdeling in het ziekenhuis waar patiënten niet overnachten bij het rechte eind hebben = de juiste oplossing hebben, gelijk hebben de remedie = geneesmiddel, oplossing de rol = functie of baan die iemand heeft de verleiding = iets waardoor je iets doet wat je eigenlijk niet mag of wilt veroorzaken = teweegbrengen