Wozzol

Wil je Nederlandse spelling oefenen? Doe dat met de app van Meester Klaas.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • de bijlage = apart stuk tekst dat bij een boek of e-mail hoort
  • de data = de gegevens / de informatie
  • digitaal, digitale = de manier waarop een computer werkt: met getallen
  • het document = stuk papier met belangrijke informatie / tekst op de computer
  • googelen = informatie zoeken op internet (vaak via de zoekmachine Google)
  • inschakelen = hulp vragen / een apparaat aanzetten
  • invoeren = laten beginnen/ in de computer zetten / in een land brengen om te verkopen
  • de sociale media = alle manieren waarop mensen online zelf informatie met elkaar kunnen uitwisselen
  • het systeem = de manier waarop iets is georganiseerd
  • systematisch = volgens de manier waarop iets is georganiseerd (systematisch is afgeleid van het woord systeem)
  • uitwisselen = iets geven en er iets anders voor terugkrijgen
  • wissen = wegmaken / laten verdwijnen
  • aandoen = aantrekken (van bijvoorbeeld kleding) / oorzaak zijn, bezorgen
  • achteruitwijken = terugtrekken / terugdeinzen
  • gering = klein en onbelangrijk
  • de laster = gemene dingen die niet waar zijn
  • een eigen leven leiden = zelfstandig verder gaan zonder dat iemand er controle over heeft
  • opstarten = aanzetten (van bijvoorbeeld de computer)
  • passeren = langs iemand of iets gaan
  • smeken = heel dringend om iets vragen aan iemand die meer macht heeft
  • verbijsterd = heel erg verbaasd
  • voorkomen = zorgen dat iets niet gebeurt