Nederlands : Nederlands aanraden = een advies geven over iets de dierproef = experiment op een levend dier, om iets te onderzoeken of te testen hooguit = niet meer dan in goede handen zijn = op een goede manier doen / goed verzorgd worden in verkeerde handen vallen = bij mensen terechtkomen die je kwaad doen het laboratorium = werkplaats waar proeven worden gedaan voor onderzoek massaal = heel groot / met heel veel het ongedierte = beestjes die schadelijk zijn, bijvoorbeeld voor de gezondheid opzadelen met = iemand iets vervelends laten doen of laten voelen de persoonlijkheid = manier waarop iemand (een persoon) doet en denkt / het karakter stamelen = met moeite iets zeggen en steeds stukjes van een zin herhalen vermoeden = denken dat iets zo is omdat je daar een aanwijzing voor hebt de bescherming = de manier die ervoor zorgt dat iets of iemand veilig is de camouflage = zorgen dat je niet opvalt in de omgeving doordat je op iets anders lijkt geloofwaardig = makkelijk te geloven het gezichtsbedrog = iets zien of iets laten zien wat in werkelijkheid anders is de omgeving = het gebied rond iets of iemand ongelofelijk, ongelooflijk = heel erg / niet te geloven onherkenbaar = niet te herkennen op de loer liggen = dreigend aanwezig zijn op je hoede zijn = voorzichtig zijn omdat je iets of iemand niet helemaal vertrouwt overleven = met moeite in leven blijven het prooidier = dier dat door een ander dier wordt gevangen en opgegeten het roofdier = dier dat andere dieren doodt en opeet de schutkleur = kleur die ervoor zorgt dat je in je omgeving niet opvalt