Nederlands : Nederlands anoniem = zonder naam / niet bij naam genoemd / onbekend confronteren met = in aanraking brengen met / iemand iets laten weten of zien (dat iemand liever niet weet of ziet) discipline = dat je doet wat er van je verwacht wordt, dat je hard wilt werken, dat je je houdt aan regels en afspraken / studierichting educatie = onderwijs / scholing initiatiefrijk = ondernemend / geneigd om vanuit jezelf dingen te doen inspiratie = dat je een idee krijgt en enthousiast wordt / bezieling / (goddelijke) ingeving zich ontfermen over = gaan zorgen voor iets of iemand / onder zijn hoede nemen rechtstreeks = direct / zonder omwegen royaal = heel groot,veel / vorstelijk, vrijgevig en gul zoals bij een koning zou passen stimuleren = aansporen / bevorderen het traject = de af te leggen of afgelegde route verreweg = veruit / in hoge mate articuleren = nauwkeurig en duidelijk uitspreken monoloog = een toneelvorm met een tekst voor één persoon / alleenspraak, een betoog door één persoon nerveus = zenuwachtig prevelen = mompelen / binnensmonds spreken radeloos = wanhopig roerloos = stil, zonder te bewegen suggereren = opperen, voorstellen/ een gedachte of idee opdringen verbijsterd = stomverbaasd en in de war