Nederlands : Nederlands chronisch = langdurig / voortdurend geroutineerd = bedreven / handig door ervaring kampen met = last hebben van mankeren aan = niet goed zijn het merendeel = de/het meeste merkwaardig = eigenaardig / vreemd niet zo nauw nemen met = niet zo precies zijn met prefereren = de voorkeur geven aan sarcastisch = zeer spottend / bijtend / hatelijk tegenstribbelen = een beetje verzetten / tegenstand bieden circuit = kring / rondlopende baan / parcours extreem = uiterst / vergaand te gortig = te bont / te erg / te grof nauwgezet = precies / nauwkeurig / zorgvuldig ontmoedigen = de moed ontnemen / demotiveren recentelijk = kort geleden / laatst sorteren = soort bij soort leggen triomfantelijk = juichend / trots vintage = tweedehands en weer in de mode / van een zeer goed jaar weerhouden = tegenhouden