Nederlands : Nederlands beweren = zeggen dat iets zo is concurrent (de) = tegenstander demonteren = uit elkaar halen etmaal (het) = periode van 24 uur evenaren = net zo goed zijn exact = precies hygiëne (de) = maatregelen om ervoor te zorgen dat iets schoon en gezond blijft koers (de) = richting nagenoeg = zo goed als relatief = in verhouding retourneren = terugsturen star = stijf summier = beknopt variëren = veranderen, wisselen vertonen = laten zien