Nederlands : Nederlands annuleren = afzeggen circuleren = rondgaan contrast (het) = verschil corpulent = dik folteren = martelen imiteren = nadoen panorama (het) = uitzicht prognose (de) = voorspelling sanctie (de) = straf Blaffende honden bijten niet = Dreigende mensen zijn ongevaarlijk De beste stuurlui staan aan wal = Buitenstaanders denken het vaak beter te weten De bloemetjes buitenzetten = Feest vieren De kat op het spek binden = Iemand in verleiding brengen Het hart op de tong hebben = Zeggen wat in je opkomt Ieder huisje heeft zijn kruisje = Overal zijn wel problemen