Nederlands : Nederlands beïnvloeden = iemand of iets proberen te veranderen garanderen = beloven dat iets zeker of goed is reserveren = bewaren, vastleggen belemmeren = tegenhouden onderverdelen = in delen opsplitsen accepteren = aannemen beschikken over = gebruik kunnen maken van schatten = globaal de grootte of waarde bepalen van iets duiden op = wijzen op vermelden = opschrijven, zeggen waarnemen = opmerken met je zintuigen voorstellen (introduceren) = een plan voorleggen voorstellen (betekenen) = uitbeelden, betekenen besluiten (eindigen) = afsluiten, eindigen besluiten (beslissen) = beslissen