Nederlands : Nederlands wellicht = misschien consequentie, de = het resultaat, gevolg circa = ongeveer omvang, de = de grootte incidenteel = heel soms intentie, de = de bedoeling stabiel = stevig, niet veranderlijk bij voorbaat = van tevoren beschikken over = gebruik kunnen maken van realiseren = maken of uitvoeren volgens plan sorteren = uitzoeken wat bij elkaar hoort vervaardigen = maken vanwaar = hoezo, waarom na verloop van tijd = na een bepaalde tijd specifiek = in het bijzonder