Nederlands : Nederlands averechts = tegenovergesteld compenseren = goedmaken, in balans brengen een streepje voor hebben = een voorsprong hebben fysiek = lichamelijk inzicht krijgen in = begrijpen, doorgronden mentaal = geestelijk onder de loep nemen = nauwkeurig bekijken overdragen = doorgeven relateren = in verband brengen voortijdig = eerder dan gepland