Nederlands : Nederlands aandrijven = in beweging brengen genereren = voortbrengen hullen = mee omwikkelen, aankleden iconisch = beeldbepalend identiek = precies hetzelfde reservoir (het) = voorraad, bewaarplaats voorbode (de) = voorteken vuistregel (de) = algemene regel die meestal geldt wagen = iets durven doen zich onderwerpen aan = gehoorzamen