Nederlands : Nederlands coördineren = zo organiseren dat alles goed verloopt richtlijn, de = aanwijzing hoe iets moet en wat niet mag stimuleren = aanmoedigen voorzien van = geven aangaan = met iets beginnen aanslaan = een succes zijn schaduwzijde, de = bezwaren, nadelen berucht = bekend door iets slechts onder de loep nemen = nauwkeurig onderzoeken aangrijpend = ontroerend, hartverscheurend